Vleermuizen

Meestal gaat het om renovatie, isolatie of sloop van gebouwen.  En dat is precies waar veel vleermuissoorten zich thuis voelen. Ze even in kelders, op zolders, onder de boarding, dakpannen en in de spouw. Ze wonen er soms alleen, maar ook grote groepen van enkele tientallen dieren is geen uitzondering. Een open stootvoeg van 2 cm hoog en 1,5 cm breed is al voldoende om doorheen te kruipen. Om te onderzoeken of ze er daadwerkelijk zitten gaan we ’s nachts met een batdetector op pad. Als ze er wonen, dan kunnen  horen om welke soort het gaat en onderzoeken we waar ze het gebouw in en uit vliegen. Het aantal bezoeken en de nachtelijke tijdstippen zijn per- te verwachten soort – vast gelegd in een landelijk onderzoeksprotocol. In de praktijk komt het er op neer dat we met één of meerdere personen tussen de 5 en 8 bezoeken uitvoeren op de planlocatie. Afhankelijk van de te verwachten soorten en het formaat van het plangebied.